Externe bestuurdersaansprakelijkheid bij een B.V. Wanneer is een bestuurder privé aansprakelijk voor de schade van een schuldeiser?

Externe bestuurdersaansprakelijkheid bij een B.V.

Stel: U hebt een overeenkomst gesloten met een B.V. om goederen te leveren en dit doet u ook. De B.V. blijft echter in gebreke met betaling. Achteraf blijkt dat de wederpartij zijn verplichting helemaal niet had kunnen nakomen. Kunt u in zo’n geval een bestuurder van de B.V. persoonlijk aanspreken voor de schade die u als gevolg van deze wanprestatie leidt?

Uiteraard hangt dit -zoals zo vaak in het recht- af van alle omstandigheden van het geval. In principe beschermt de wet de bestuurders van een B.V., maar er zijn uitzonderingen.

Uitgangspunt: geen bestuudersaansprakelijkheid

Eén van de eigenschappen van de besloten vennootschap is dat zij een rechtspersoon is. Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door één of meer bestuurders, zoals bijvoorbeeld een directeur. Anders dan bij een eenmanszaak ligt het ondernemingsrisico niet bij het bestuur, maar bij de aandeelhouders. Het bestuur gebruikt het kapitaal van de aandeelhouders om te kunnen ondernemen. De bestuurder krijgt hiervoor een salaris, de aandeelhouders dividend.

Een bestuurder van een B.V. zal risico’s moeten nemen met het verschafte kapitaal om winst te kunnen maken. Indien een bestuurder  aansprakelijk zou kunnen worden gesteld als achteraf blijkt dat genomen risico’s negatieve gevolgen hebben, dan zou dat een bestuurder demotiveren om dergelijke risico’s te nemen, waardoor de kans op winst afneemt.

Externe bestuurdersaansprakelijkheid tegenover derden

Als gevolg van deze belangenafweging heeft de wetgever ervoor gekozen dat een bestuurder van een rechtspersoon in principe niet persoonlijk aansprakelijk is, indien een genomen risico achteraf negatieve gevolgen heeft voor anderen. Dit uitgangspunt geldt echter niet als een bestuurder deze risico’s heeft genomen met het idee een ander opzettelijk te benadelen.

Er zijn  mogelijkheden om in zulke gevallen een bestuurder aansprakelijk te stellen. In het geval van een benadeelde contractspartij of andere derde die een bestuurder aanspreekt, wordt dit ook wel externe bestuurdersaansprakelijkheid jegens derden genoemd.

De Beklamel-norm

Volgens de Hoge Raad in het Beklamel-arrest (ECLI:NL:HR:1989:AB9521) volgt de wettelijke grondslag voor deze aansprakelijkheid uit art. 6:162 BW (onrechtmatige daad) en art. 2:9 BW (onbehoorlijk bestuur). In dit arrest formuleerde de Hoge Raad de inmiddels klassieke ‘Beklamel-norm’. Deze norm houdt in dat een bestuurder persoonlijk aansprakelijk is indien hij een overeenkomst heeft afgesloten waarvan hij wist (of behoorde te weten) dat de B.V. (I) deze niet, of niet binnen een redelijke termijn, kon nakomen en (II) de B.V. ook geen verhaal biedt voor verhaal van de schade.

Vervolgens voegde De Hoge Raad in het ‘Driespan-arrest’ (ECLI:NL:HR:2000:AA4873) daar aan toe dat de bestuurder alleen aansprakelijk is indien er ‘een persoonlijk ernstig verwijt’ aan de bestuurder kan worden gemaakt. Van een dergelijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door haar bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de B.V. tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen tegenover derden niet zou kunnen nakomen.

Conclusie

Hoewel de wet de bestuurder van een B.V. in hoge mate beschermt tegen aansprakelijkheid, is het in bepaalde gevallen mogelijk voor een benadeelde om geleden schade te verhalen op de bestuurder van de B.V. De norm is echter streng en zonder deugdelijke motivatie zal een aansprakelijkheidstelling niet snel slagen.

Mocht u als schuldeiser een bestuurder van een B.V. aansprakelijk willen stellen voor uw schade of wordt u als bestuurder geconfronteerd met een schuldeiser die u aansprakelijk stelt, dan kunnen wij u daarover uiteraard nader adviseren.

Contact opnemen

Heeft u een kwestie of een vraag?

Bel 06 – 528 659 02 of laat uw gegevens achter