Kinderalimentatie: Hof houdt geen rekening met aflossing schuld aan nieuwe partner

Voorgeschiedenis

Partijen M en V zijn getrouwd en hebben twee minderjarige kinderen. M en V hebben zich tijdens hun huwelijk reeds tot de Stadsbank gewend voor een schuldbemiddelingstraject. Zij hadden ongeveer € 65.000,- aan schulden en hebben in het kader van de schuldbemiddeling een budgetbeheerovereenkomst gesloten. Uiteindelijk zijn M en V gescheiden. Zij hebben in het kader van hun scheiding in het ouderschapsplan vastgelegd dat er geen ruimte was voor betaling van kinderalimentatie.

M heeft inmiddels in X een nieuwe partner gevonden, met wie hij samenwoont.

Wijziging van omstandigheden

V verzoekt de rechtbank, met een beroep op gewijzigde omstandigheden (artikel 1:401 lid 1 BW), de door M aan haar te betalen kinderalimentatie vast te stellen op € 136,50 per kind per maand. De rechtbank oordeelt dat van gewijzigde omstandigheden geen sprake is. V is het daar niet mee eens en gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Lening nieuwe partner

In hoger beroep stelt M dat bij de berekening van zijn draagkracht rekening moet worden gehouden met het feit dat hij maandelijks € 300,- aflost aan X in verband met de lening die hij bij haar is aangegaan ter aflossing van de huwelijkse schulden van partijen.
V betwist dat met deze € 300,- rekening moet worden gehouden, nu deze storting weer terugvloeit in hun huishouden.

Beoordeling

Het hof overweegt als volgt. M heeft zich onttrokken aan het schuldbemiddelingstraject en is aldus de afspraak uit het ouderschapsplan niet nagekomen. Daarnaast is M na de totstandkoming van het ouderschapsplan gaan samenwonen met X. Gelet op de lening die M bij X is aangegaan, leveren deze feiten naar het oordeel van het Hof een relevante wijziging van omstandigheden in de zin van artikel 1:401 lid 1 BW op, die een hernieuwde beoordeling van de behoefte en de draagkracht rechtvaardigt. V is daarom ontvankelijk in haar verzoek.

Om hem moverende redenen heeft M het traject bij de Stadsbank stopgezet. In plaats daarvan, heeft hij geld geleend bij X en bij zijn ouders. Met het geleende geld, heeft hij de huwelijkse schulden afgelost. Als gevolg hiervan heeft M nu een schuld bij X en bij zijn ouders. M heeft met hen afgesproken dat hij eerst de schuld aan X aflost en daarna de schuld aan zijn ouders. Op dit moment lost M de schuld aan X af door maandelijks € 300,- van de en/of-rekening (waarop het salaris van M en X binnenkomt) op een rekening van X te storten.

Draagkracht kinderalimentatie

Het Hof is van oordeel dat M niet heeft aangetoond dat aflossing van de schuld aan X prioriteit heeft boven het betalen van kinderalimentatie. Voorts kan het Hof niet vaststellen of de overboeking van M aan X daadwerkelijk zijn draagkracht doet verminderen, nu het voor het Hof niet duidelijk is of dit bedrag, na aflossing, al dan niet terugvloeit in het huishouden van M en X.

Dit vormt voor het Hof reden om geen rekening te houden met de door M opgevoerde last van € 300,- per maand bij een hernieuwde beoordeling van de behoefte en de draagkracht voor de kinderalimentatie.

Conclusie

Met aflossingen op huwelijkse schulden wordt doorgaans rekening gehouden bij het bepalen van de draagkracht voor kinder- en partneralimentatie. In bovenstaande zaak heeft M ervoor gekozen om de huwelijkse schulden af te lossen met geld dat hij verkreeg door een lening aan te gaan in privé kringen. Daarnaast werden in het onderhavige geval de maandelijkse aflossingen vanaf de en/of rekening van M en zijn nieuwe partner X overgemaakt naar de privérekening van X.

Het had echter op de weg van M gelegen om aan te tonen in hoeverre er een contractuele aflossingsverplichting bestond voor zijn schuld bij X. Daarnaast had M er verstandig aan gedaan om de aflossingen vanaf zijn privérekening over te maken naar de privérekening van X, en niet vanaf de en/of rekening.

Lees hier de gehele uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 augustus 2018:

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2018:7820

Heeft u vragen over kinder- of partneralimentatie, of over andere aspecten van het familierecht, neemt u dan vrijblijvend contact op met één van onze specialisten op dit rechtsgebied.

Neem direct contact op

 

Heeft u een kwestie of een vraag?

Bel 06 – 528 659 02 of laat uw gegevens achter