Zzp’er of toch werknemer?
Op vrijdag 6 november jl. heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen in het kader van het vraagstuk of iemand als zzp’er of werknemer heeft te gelden. Hieronder een korte uitleg.
Kern
De bedoeling van partijen is in veel gevallen een belangrijk punt als een overeenkomst wordt gesloten. Nóg belangrijker is, althans zo oordeelt de Hoge Raad in deze zaak, hoe er in de praktijk daadwerkelijk uitvoering wordt gegeven aan die overeenkomst. Met name in het geval dat er sprake is van een overeenkomst waarvan partijen onderling hebben afgesproken dat het geen arbeidsovereenkomst betreft, maar de praktijk uitwijst dat die overeenkomst alle kenmerken heeft om wel als arbeidsovereenkomst aangeduid te worden.
De Hoge Raad overweegt als volgt:
“Art. 7:610 BW omschrijft de arbeidsovereenkomst als de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Indien de inhoud van een overeenkomst voldoet aan deze omschrijving, moet de overeenkomst worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst. Niet van belang is of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hadden de overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen. Waar het om gaat, is of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Anders dan uit het arrest Groen/Schoevers wel is afgeleid, speelt de bedoeling van partijen dus geen rol bij de bij de vraag of de overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst”.
En verder:
“De hiervoor […] bedoelde kwalificatie van een overeenkomst moet worden onderscheiden van de – daaraan voorafgaande – vraag welke rechten en verplichtingen partijen zijn overeengekomen. Die vraag dient te worden beantwoord aan de hand van de Haviltexmaatstaf. Nadat de rechter met behulp van die maatstaf de overeengekomen rechten en verplichtingen heeft vastgesteld (uitleg), kan hij beoordelen of die overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst (kwalificatie)”.
Om tot slot te concluderen:
“Uit het hiervoor […] overwogene volgt dat het oordeel van het hof getuigt van een onjuiste rechtsopvatting voor zover het hof voor de kwalificatie van de overeenkomst mede van belang heeft geacht of partijen de bedoeling hebben gehad een arbeidsovereenkomst aan te gaan”.
Gevolg
Indien een zzp’er exact dezelfde werkzaamheden verricht voor een bedrijf als een persoon met een arbeidsovereenkomst met datzelfde bedrijf, kan het dus zo zijn dat ook met die zzp’er sprake is van een arbeidsrelatie op basis van een arbeidsovereenkomst. Met alle gevolgen van dien.
Vragen?
Heeft u vragen over de relatie zzp’er vs. werknemer of andere arbeidsrecht gerelateerde zaken? Neem dan vrijblijvend contact op met ons kantoor via 0255 – 547 800 of rechtstreeks met mr. Tim Slotema via t.slotema@tanger.nl of 0255 – 547 817.
Dit is een vervolg op het eerder gepubliceerd artikel: Een oplossing tegen schijnzelfstandigheid of verlies van contractsvrijheid
Over Mr. T. Slotema
Tim is een allround ondernemingsrechtadvocaat gespecialiseerd in arbeidsrecht en faillissementsrecht. Hij combineert zijn opgedane commerciële kwaliteiten als consultant in executive search met een open en pragmatische aanpak.
Bekijk profiel