Doorprocederen? Proceskostenveroordeling riskeren!
Indien de rechtbank de echtscheiding tussen twee partijen uitspreekt, is de echtscheiding nog niet definitief. De beschikking moet nog worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Pas nadat voor inschrijving is zorggedragen, eindigt het huwelijk.
Als één van de partijen in hoger beroep gaat, dan kan de echtscheiding nog niet worden ingeschreven in de registers. Het huwelijk duurt hierdoor dus langer. Soms is de keuze van een partij om in hoger beroep te gaan ingegeven door de wens om het huwelijk te rekken. Hierna wordt uitgelegd waarom én wat de risico’s zijn van die keuze.
Partneralimentatie
De rechter kan in de echtscheidingsprocedure op verzoek van een echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud toekennen. Dit wordt ook wel partneralimentatie genoemd. De alimentatieplicht gaat in op de dag van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Het eindigt op grond van het huidige recht van rechtswege na het verstrijken van 12 jaren.
Deze termijn kan korter zijn mits:
- de duur van het huwelijk niet meer bedraagt dan 5 jaren en;
- uit het huwelijk geen kinderen zijn geboren.
De alimentatieplicht eindigt in die specifieke gevallen na het verstrijken van een termijn die gelijk is aan de duur van het huwelijk.
De echtgenoot die in een echtscheidingsprocedure aanspraak maakt op partneralimentatie, kan er dus belang bij hebben om de duur van het huwelijk over de 5 jaren “heen te tillen”. Indien dit de alimentatiegerechtigde lukt, ontvangt de gerechtigde immers in beginsel 12 jaar lang alimentatie.
Hoger beroep
In het geval dat de alimentatiegerechtigde hoger beroep instelt tegen het uitspreken van de echtscheiding, kan de echtscheidingsbeschikking (nog) niet worden ingeschreven. Het huwelijk eindigt in dat geval nog niet. De alimentatiegerechtigde rekt hiermee feitelijk de duur van het huwelijk op.
Het instellen van hoger beroep tegen het uitspreken van de echtscheiding wordt in sommige gevallen gebruikt met het enkele doel om de duur van het huwelijk over de 5 jaren “heen te tillen”. Dit kan tot gevolg hebben dat een recht op 12 jaren alimentatie ontstaat, in plaats van een recht op 4 jaren alimentatie (indien het huwelijk bijvoorbeeld 4 jaren duurde). Nogal een verschil.
Proceskostenveroordeling
In de rechtspraak is bepaald dat het instellen van dit hoger beroep met het doel de duur van het huwelijk te rekken, in beginsel is toegestaan. De alimentatiegerechtigde moet in dat geval wel een rechtens te respecteren belang hebben bij zijn of haar verzoek.
Indien dit belang ontbreekt, dan is het instellen van dit hoger beroep voor de alimentatiegerechtigde niet zonder risico. Het hof kan in dat geval tot de conclusie komen dat het hoger beroep enkel lijkt te zijn ingegeven door de wens van de alimentatiegerechtigde om de totstandkoming van de echtscheiding te vertragen. Dit om het huwelijk langer dan 5 jaren te laten duren én op die manier aanzienlijk langer alimentatie te ontvangen. In dat geval wordt nodeloos geprocedeerd en loopt de alimentatiegerechtigde het risico om veroordeeld te worden in de proceskosten.
Voor een recent voorbeeld, wordt verwezen naar de uitspraak van het gerechtshof te Amsterdam van 19 februari 2019.
Heeft u vragen over het familierecht? Wilt u geadviseerd worden of heeft u rechtsbijstand nodig? Neemt u dan vrijblijvend contact op met één van onze specialisten op dit rechtsgebied.
Over Mr. R. Bottenheft
Raquella is zowel advocaat als mediator op het gebied van het personen- en familierecht.
Zij is in het jaar 2013 beëdigd als advocaat en vanaf dat moment ook verbonden aan Tanger advocaten.